Skip to main content

De brandweer

Zingen en Bewegen

INLEIDING (5 min.)

Hebben de kinderen wel eens een brandweerauto gezien? Met de sirene en zwaailicht aan? Hoe klinkt de sirene? (hard, niet zacht) Welke kleur heeft de brandweerauto? (rood) Wat draagt de brandweerman? (brandweerpak, helm, handschoenen, laarzen) Soms moet de brandweer branden blussen. Heb je wel eens een brand gezien? Brand is heel erg naar. Er is ook veel rook. Gelukkig kan de brandweer een brand blussen. Hoe doet een brandweerman dit? (met water en een brandweerspuit). Een brandweerman klimt ook vaak een ladder op tijdens het blussen. Waarom? (dan kan hij de brand beter blussen)

KERN (20 min.)

  • Zet de video van het lied aan. Vraag na afloop: Waar gaat het lied over? Wat en wie heb je allemaal gezien? (brand, brandweermannen, brandweervrouw, brandweerhond, brandweerauto, huizen, brandweerslang) Waar was de brand? (in een schoorsteen van een huis) Is de brand geblust? (ja)
  • Wat betekent de zin: Met de brandweerspuit doof ik alles uit? (de brandweerspuit zorgt ervoor dat iets niet meer brandt)
  • Zeg het lied op (of zing het voor)
  • Zeg het lied zin voor zin op (of zing voor) en maak de volgende bewegingen, de kinderen mogen staan of op hun stoel blijven zitten en doen jou na:
  1. Hier komt de brandweer aan de kant: marcheer op je plek in de maat van het lied
  2. Iedereen opzij: maak arm voor arm een duw-beweging opzij
  3. Er is brand: beide armen naar boven brengen en klap in je handen op het woord brand
  4. Hoor de sirene in de straat: beide handen naar de oren brengen
  5. Moet je toch eens zien hoe hard het gaat: een hand boven je ogen brengen en de brandweerauto volgen met je hoofd van links naar recht
  6. Doe de kraan maar open: draai met beide handen denkbeeldig een grote kraan open (met moeite)
  7. Ik klim de ladder op: klim denkbeeldig een ladder op
  8. Met de waterspuit doof ik alles uit: houd denkbeeldig een waterspuit in je handen en blus het vuur uit.
  9. Hier komt de brandweer aan de kant: marcheer op je plek in de maat van het lied
  10. Iedereen opzij: maak arm voor arm een duwbeweging opzij
  11. Weg is de brand: steek beide armen resoluut naar voren met handpalmen naar boven (met accent op het woord ‘weg’)

SLOT (10 min.)
Herhaal het lied nog een aantal keren (met of zonder video), zodat de kinderen het uiteindelijk mee kunnen zingen en mee kunnen bewegen.